HvB toont politieke moed. Jan Greven in Hei & Wei

11 jan, 2022

Politieke moed
door Jan Greven
Zou ik een vast onderwerp voor deze rubriek kwijtraken? Zou er met ingang van 21 december jongstleden niets meer over de HOV lijn te melden zijn? Is de Gemeenteraad op de kortste dag van het jaar boven zichzelf uitgestegen
en heeft een steeds ingewikkelder knoop met een forse slag doorgehakt?
Het verraste me. De bezorgde, boze stemmen van de Stroomzijde-insprekers
tijdens het Rondetafelgesprek (RTG) van zeven december klonken nog na in mijn oren. Ze voelden zich niet gehoord. Ze maakten zich zorgen over de veiligheid van schoolgaande kinderen. Ze pleitten voor veilige oversteekplaatsen, voor privacy van huizen pal aan de straat. Voor onderzoek naar geluidsoverlast. Voor uitstel, nieuwe feiten, een ander tracé, maar niet voor wat de Raad op 21 december besloot: De HOV-lijn samen met ander autoverkeer over de Stroomzijde. Er was die zevende december maar één inspreker die precies dat bepleitte en dat was vaste Gemeenteraadvolger Rink Jan Slotema uit de Bijvanck. Hij sprak waardering uit voor de wethouder en onderstreepte, opmerkelijk op een inspraakbijeenkomst, het recht van de Gemeenteraad een eigen variant te kiezen. En dat moest nu maar gebeuren, vond hij. Over het HOV wordt sinds 2007 gesproken. De Raad heeft al in 2017 een beslissing genomen over het tracé-Stroomzijde. Niets staat een volgende stap in de weg. Aldus Slotema. Ik vond hem moedig en tegendraads. Maar dat de Gemeenteraad zijn oproep zo serieus zou nemen, had ik niet vermoed. Als het aan het College van B&W gelegen had, was dat ook niet gebeurd. Het College stelde voor de Stroomzijde behalve voor busverkeer autovrij te maken.
Maar dat autovrij maken hoefde niet voor de Raad. Met een dertig kilometer
begrenzing en veiliger oversteekplaatsen zou de verkeersveiligheid voldoende
gewaarborgd zijn. Op initiatief van Hart voor Blaricum en VVD amendeerde
de Raad zonder tegenstemmen het voorstel van B&W over de aanleg van
het HOV-tracé. De Raad nam het hele voorstel over en voegde er aan toe dat
dat gebeurde ‘zonder te kiezen voor het autovrij maken van de Stroomzijde’.
Blaricum heeft nooit een vrije busbaan gewild, zei Willem Pel van Hart voor
Blaricum, en een autovrije Stroomzijde zou neerkomen op een busbaan.
Ik was aangenaam verrast. Hier werd, drie maanden voor de Gemeenteraadsverkiezingen, politieke moed getoond.
Eindelijk helderheid in een dossier dat nu al veertien jaar met Blaricum mee
oploopt. Het wordt tijd. Eind 2022 zou het HOV moeten rijden.
Intussen diende zich op dezelfde vergadering een ander dossier aan dat de komende jaren bij ons zal blijven. Het gaat over Energie Transitie en hoe Blaricum dat gaat aanpakken. D66 raadslid Joke Lanphen had tussen alle feiten en cijfers gevonden dat Blaricum tussen 2015 en 2019 dertig procent meer aardgas heeft gebruikt. En dan is de Blaricummermeent nog aardgasloos gebouwd. Bovendien, zo zei ze, blijken Bloemendaal, Laren en Blaricum het hoogste aardgasgebruik, ik neem aan per hoofd van de bevolking, van het land te hebben. En toch moet ook Blaricum van het aardgas af. Wat je noemt een nieuwe uitdaging waar we nog veel over zullen horen.